dinsdag 29 juni 2010
Eindproduct
proefjes ; gips met kaarsvet IIII I
idee
proefjes ; gips met kaarsvet IIII
proefjes ; gips met kaarsvet III
proefjes ; gips met kaarsvet II
proefjes ; gips met kaarsvet I
Proefjes ; gips met kaarsvet
mixed materials ; kaarsvet
Het maken van een kaars
De klassieke methode van het maken van kaarsen is het dompelen. In de vijftiende eeuw wordt in Parijs het gieten van kaarsen geĆÆntroduceerd. Tegenwoordig worden kaarsen meestal gegoten of geperst, maar ook het dompelen en handmatig vormen van kaarsen wordt nog toegepast.
[bewerken]Dompelen
De oudste methode om kaarsen te maken is het dompelen, ook wel tonken genoemd. De pit wordt in gesmolten was of vet gedompeld en omhoog getrokken. Na enige tijd uitharden volgt een tweede onderdompeling in de was of vet, waarna het opnieuw uithardt (het stolt). Dit proces wordt net zo lang herhaald tot de kaars de gewenste of vereiste dikte heeft gekregen. De dompelmethode gaat terug naar de Romeinse tijd en was de belangrijkste methode om kaarsen te maken in de Middeleeuwen en lang daarna. Deze methode werd wel verbeterd. Aan een rek werd een aantal pitten evenwijdig aan elkaar bevestigd en tegelijkertijd in het vloeibare vet (of de was) gedompeld. Door het dompelen kunnen de uiteinden wat onregelmatig en puntig uitlopen, daarom worden die afgeknepen of afgesmolten.
[bewerken]Vroege gietmethoden
In de vijftiende eeuw wordt voor het eerst in Parijs een gietvorm geĆÆntroduceerd. Eerst gebruikte men houten vormen, later kwamen er vormen van tin of ijzer. Deze werden op een rijtje geplaatst, net als een rij orgelpijpen.
[bewerken]Huidige gietmethoden
De meeste kaarsen worden machinaal gegoten in metalen vormen. Bij het gieten zijn twee typen machines in gebruik, de opdruk- en de optrekmachine. De stearine (of een mengsel van stearine en paraffine) wordt gesmolten en in een grote bak gekoeld Ʃn geroerd, zogenaamd "koudgeroerd". Er ontstaat een kristalbrei, die door het roeren niet ƩƩn grote klont kaarsvet wordt. Door deze methode worden fraai uitziende kaarsen verkregen.
[bewerken]Opdrukmachine
Een opdrukmachine bestaat uit een grote platte bak met daarin de gietvormen. Om de vormen heen stroomt eerst warm, daarna koud water. De onderkant van de gietvormen is afgesloten door een zuiger (piston), die op en neer kan worden bewogen. Door de zuiger, die hol is, loopt de pit.
- Het gieten van kaarsen bij de opdrukmachine gaat als volgt:
- De vormen worden voorverwarmd met warm water.
- Met de zuigers in de onderste stand worden ze volgegoten met kaarsvet. Het kaarsvet krimpt bij afkoelen; daarom wordt extra vet op de vormen gegoten.
- Hierna vervangt de kaarsenmaker het warme water door koud. Het kaarsvet wordt vast; het teveel aan vet wordt met een mes verwijderd.
- Als de kaarsen voldoende gestold zijn worden de zuigers omhooggetrokken. De zojuist gegoten kaarsen worden uit de vormen gedrukt en boven de machine vastgezet in een klemraam.
- Tegelijkertijd worden nieuwe pitten van de klossen omhooggetrokken.
- De pitten worden vastgeklemd, de kaarsen afgesneden en nadat de zuigers weer in de onderste stand zijn gebracht kan het proces opnieuw beginnen.
- In de opdrukmachine bevinden zich 300 - 600 vormen en er kan tot 4 maal per uur gegoten worden.
- De kaarsen verkregen met een opdrukmachine zijn stomp.
[bewerken]Op- & Aftrekmachine
Gotische kaarsen worden verkregen met de optrekmachine. De kaarsen worden op dezelfde manier gegoten, alleen zijn de gietvormen nu aan de onderkant gesloten, uitgezonderd het gaatje, waar de pit doorheen loopt. Na het gieten worden de kaarsen aan de pitten omhooggetrokken. De gietvormen kunnen nu een zodanige vorm hebben, dat de gegoten kaarsen taps toelopende punten verkrijgen (gotische kaarsen).
[bewerken]Pijpmethode
Uit poedervormige of korrelvormige grondstof kunnen kaarsen worden geperst. Voor het persen van gegranuleerd "kaarsvet" gebruikt men een extrusiepers (een soortgelijke pers als voor het maken van plastic voorwerpen). Het kaarsvet wordt door een sluitstuk geperst en zo ontstaat een "eindeloze" kaars. De kaarsen kunnen op iedere gewenste lengte afgesneden worden. De pit wordt tegelijkertijd mee in de kaars geperst of later in de kaars aangebracht.
[bewerken]Handmatige Trekmethode
Op de trekbank worden ook "ellenlange" kaarsen gemaakt. De trekbank bestaat uit twee trommels, die om een as kunnen draaien. Tussen de trommels bevindt zich een bak met vloeibaar kaarsvet. De kaarsenpit wordt van de ene trommel via het kaarsvet op de andere trommel gewonden. Vervolgens wordt het proces in omgekeerde richting herhaald en het laagje kaarsvet om de pit neemt steeds toe. Als de gewenste dikte is bereikt worden de kaarsen in een bepaalde lengte gesneden en met een freesmachine van een kop en een voet voorzien.
[bewerken]Dompelmethode
De vroegere dompelmethode (tonken) wordt nog steeds in de kaarsenfabriek toegepast, evenals het pure handwerk. Een handwerkkaars wordt gemaakt van een mengsel van bijenwas en paraffine, omdat die stoffen kneedbaar zijn.
[bewerken]Handmatig
Eerst wordt de "was" voorverwarmd. De kaarsenpit wordt horizontaal, enkele centimeters boven het tafelblad, gespannen. Wat voorverwarmde was wordt met de hand gekneed en om de pit gerold. Met de hand en later met een plankje wordt de kaars in de gewenste vorm gerold. De pitten worden losgeknipt en de kaars in water gedompeld om hard te worden.
[bewerken]Kaarsenfabrieken
[bewerken]Amsterdam
Brandon was een kaarsenfabriek in Amsterdam die zich toelegde op de productie van stearinekaarsen. Het bedrijf werd opgericht door de ondernemer Nathan Diaz Brandon (1803-1874). Het in 1839, na de overname van de "Koninklijke Waskaarsenfabriek De Bijenkorf" opgerichte bedrijf, groeide uit tot een grote Nederlandse stearinefabriek. Deze fabriek werd in 1906 opgeheven.
[bewerken]Gouda
In 1853 werd door drie Goudse heren, als nevenbedrijf van de "Goudse Aardappelmeel-, Siroop- en Sagofabriek", een "Stearine Kaarsenfabriek" opgericht.
Toen dit een succes bleek, kwamen op 24 februari 1858 enkele Goudse industriƫlen bijeen, die besloten tot oprichting van een afzonderlijke fabriek, de " NV Stearine Kaarsenfabriek Gouda" met een startkapitaal van Hfl. 20.000. De heren G. Wachter JPzn en A.A.G. van Iterson werden de eerste directeuren. Van Iterson kwam uit een apothekersfirma en werd belast met de chemisch-technische kant van het bedrijf.
Het bedrijf vestigde zich vlak buiten Gouda, ten westen van de stad aan de Hollandsche IJssel. Daar vond ook vetsplitsing en vetzuurscheiding plaats, om de voor de kaarsenfabricage noodzakelijke stearine in eigen beheer te bereiden. In 1899 werd aan het bedrijf het predicaat "Koninklijk" toegekend.
[bewerken]Schiedam
In Schiedam was de kaarsenfabriek "Apollo" actief. In 1929 fuseerden deze twee bedrijven tot de "NV Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek Gouda-Apollo". Nagenoeg de gehele kaarsenproductie was nu geconcentreerd in Gouda. In deze jaren verdienden hier meer dan duizend mannen en vrouwen hun brood in de kaarsen- en vetzurenfabricage. In 1960 kochten Unilever en het Amerikaanse oleochemiebedrijf Emery de Goudse kaarsenfabriek op. In 1980, tijdens deoliecrisis, nam Unilever het Goudse bedrijf alleen over en verbond het aan enige kleinere chemische vestigingen, met Gouda als hoofdvestiging. Daarmee was Unichema Chemie een feit.
In 1983 is de productie van de bekende witte "Gouda Kaars" overgenomen van Unichema door de firma Bolsius Groep en in Waddinxveen voortgezet. Door concurrentie en hoge kosten, is de productie in 2003 verplaatst naar Schijndel, Boxmeer en het Poolse Kobilyn en daarmee uit de Goudse regio verdwenen. De naam "Gouda kaarsen" blijft gehandhaafd, wegens de grote nationale en internationale bekendheid.
[bewerken]Breda
In Breda is de Bredase Kaarsenfabriek [1] gevestigd. Rond half december voor kerstmis zijn er open dagen.
[bewerken]Tradities
- Traditioneel wordt in Gouda op de tweede dinsdag in december kaarsjesavond gehouden, waarbij de binnenstad geheel met kaarsen verlicht wordt. Deze traditie wordt al tientallen jaren gehouden en trekt vele bezoekers. Ruim twintigduizend bezoekers uit binnen- en buitenland vierden in 2003 de traditionele Kaarsjesavond in Gouda.
- In de Vlaams-Brabantse stad Aarschot is de Sint-Rochuskaarsjesverlichting op 15 augustus een jaarlijks terugkerend evenement. Ter ere van Sint-Rochus, die de stad destijds redde van de pest, wordt de stad sfeervol verlicht met duizenden kaarsjes.
- Ravenstein heeft haar "Ravenstein bij Kaarslicht" op de tweede of derde zaterdag in december met concerten in en buiten beide kerken, tentoonstellingen, verlichte pastorietuin, mozaĆÆek op stadsgracht enz.
- In Delft wordt ook op de tweede dinsdag in december lichtjesavond gehouden.
- Vooral in het Christendom in de Katholieke kerk wordt ter nagedachtenis van iemand vaak een kaarsje gebrand. Men koopt een kaarsje en steekt het aan.
- Tijdens diverse feesten zoals het Joodse Chanoeka en de Christelijke Advent staan kaarsen centraal.
- Ook op een verjaardagstaart staan kaarsjes, zij het heel kleine en vaak in verschillende vrolijk stemmende kleuren.
Mixed materials ; gips
Fysische eigenschappen en voorkomen
In de natuur komt calciumsulfaat in kristallijne vorm als seleniet en als albast voor. Deze vormen hebben 2 moleculen kristalwater in het kristalroosterCaSO4·2H2O.
Calciumsulfaat kan meerdere verschijningsvormen aannemen, ze hebben geen effect op het chemische gedrag van de stof.
(CaSO4):
- di-hydraat, CaSO4·2H2O, het uitgeharde gips, of de gipskristallen die in de natuur worden aangetroffen;
- hemi-hydraat, 2 CaSO4· H2O of CaSO4· 1/2 H2O calciumsulfaathemihydraat of dicalciumsulfaatmonohydraat, een gipspoeder dat door toevoeging van water weer kristalwater opneemt en daardoor weer hard wordt en weer het di-hydraat vormt;
- gamma anhydraat, CaSO4, de waterarme vorm. Wordt onder andere gebruikt voor droogmiddelen.
- beta anhydraat, CaSO4, de watervrije vorm. Wordt onder andere in de bouw als vulstof gebruikt.
Bij het verhitten van gips boven 150 °C dehydrateert het mineraal gedeeltelijk, een verlies van water uit zijn kristalrooster en wordt het hemi-hydraat gevormd:
CaSO4·2 H2O → CaSO4· 1/2 H2O (s) + 1,5 H2O
of
2 CaSO4·2 H2O → (CaSO4)2· H2O (s) + 3 H2O
Wordt het hemi-hydraat verder verwarmd (180 °C), ontstaat calciumsulfaat met zeer weinig kristalwater we spreken dan van het gamma-anhydraat. Bij toevoegen van water gaat dit terug over naar het di-hydraat. Dit wordt onder meer gebruikt voor droogmiddelen. Wordt het hemi-hydraat verder verwarmd (250°C), ontstaat calciumsulfaat zonder kristalwater. We spreken dan van beta-anhydraat. Dit bezit een ander kristalrooster dan gammma-anhydraat en slorpt geen water op, zelfs niet over geologische tijdspannes.
Gips is zacht. Op de hardheidsschaal van Mohs is het hardheid twee. Met een vingernagel kan men een kras maken in het gips, wat aangeeft dat gips zachter is dan nagel. Gips komt ook in de natuur voor en er kunnen dikke afzettingen in gesteentelagen aanwezig zijn. Doordat gips van nature erg zacht is zal het snel eroderen. Meestal als gips in de formatie van een berg aanwezig is, zullen de gipslagen zich onder gesteentelagen van minder erosiegevoelige gesteenten als zandsteen en kalksteen bevinden. Een voorbeeld van een berg die gedeeltelijk uit gips bestaat is de Dent du Villard.
Doordat gips kristalwater bevat kan het worden gebruikt als brandvertrager. Mede hierdoor wordt gips veel toegepast in de bouw. Het wordt dus ingezet als eenvlamvertrager, bijvoorbeeld in verf of plafondelementen. Het mechanisme van de vlamvertraging gaat als volgt. De energie van de brand wordt gebruikt om hetkristalwater te verwijderen. Daarbij ontstaat eerst CaSO4·½H2O en bij voldoende hoge temperatuur tenslotte CaSO4.
Gips zet bij verharding iets uit (0,5%).
Productie
Gips kan op diverse manieren verkregen worden. Hieronder staan de drie belangrijkste bronnen van gips:
- Natuurgips wordt gedolven in sites uit de natuur, vooral in Frankrijk, in het bekken rond Parijs. De eerste gipslagen ontstonden zo'n 100 tot 200 miljoen jaar geleden door verdamping van het zeewater in de ondiepe wateren van de aarde.
- Fosfo-gips ontstaat als restproduct bij de productie van fosfaten. Fosfaten worden toegepast in diverse producten : voedings- en metaalproducten, waterbehandeling- en zuivering, meststoffen, verven, papier ... Dit type gips wordt gekenmerkd door een hoge zuiverheidgraad en een helwitte kleur.
- Sulfo-gips ontstaat bij de recyclage uit de met steenkool aangedreven elektriciteitscentrales. Dit is beter bekend als RO-gips (rookgasontzwaveling-gips). Simpel gezegd worden de rookgassen door een kalkemulsie gevoerd en dan geoxideerd, waardoor het zwavel uit de steenkool zich bindt aan de kalk. Door er nog eens flink zuurstof doorheen te blazen verandert het calciumsulfiet in sulfaat en hebben we gips met een hoge zuiverheidgraad.
Andere gebruiken
- Afgietsels van beelden worden ook van gips gemaakt. Vandaar dat zo'n beeld ook een gips wordt genoemd
- Ook wordt gips wel in de beeldhouwkunst gebruikt om eenmalige mallen te maken voor afgietsels in diverse materialen
- Gips, vermengd met vuurvaste materialen als chamotte, wordt ook gebruikt om vuurvaste gietvormen van te maken bij het bronsgieten in de Cire perduemethode.
- Bij het werken met gietklei, zoals in de keramische industrie bij het maken van bijvoorbeeld toiletpotten, worden gipsen gietkappen gebruikt als matrijs en om water aan de gietklei te onttrekken
- Schoolbordkrijt
- Vulstof in verf en in tandpasta
- Calciumsulfaat is ook toegelaten als Voedingsadditief voor voedingsmiddelen. Het E-nummer van calciumsulfaat is E516
- Grondverbeteraar
- CaSO4 wordt in zijn watervrije toestand soms gebruikt in vuurwerk als Hoge-temperatuur oxidator zoals in rode sterren of sommige flash composities.
- Archeologisch conservatie- en restauratiewerk